Als een holding wordt opgericht om de exploitatievennootschap (de vennootschap waaruit alle werkzaamheden gebeuren) over te nemen, dan heeft dit gevolgen op het tarief in de vennootschapsbelasting.
Voorwaarden verlaagd tarief
- Niet meer dan de helft van de aandelen mag in het bezit zijn van een andere vennootschap (meestal is dit de exploitatievennootschap). De aandelen van de vennootschap moeten voor meer dan 50% in handen zijn van één of meer natuurlijke personen. Dochtervennootschappen van holdings komen dus niet in aanmerking.
- Een van de zaakvoerders moet minimaal een bruto bezoldiging ontvangen van 45.000 euro of een bruto bezoldiging dat gelijk is aan het belastbare inkomen indien het belastbare inkomen lager zou liggen dan de vereiste 45.000 euro. De bedrijfsleider moet een natuurlijk persoon zijn.
- De vennootschap moet een kleine onderneming zijn. De beoordeling gebeurt op basis van de jaaromzet (9 miljoen euro exclusief BTW), balanstotaal (4,5 miljoen euro) en gemiddeld personeelsbestand op jaarbasis in voltijdse equivalenten (50). Men mag slechts één van die maxima overschrijden.
- De beleggingswaarde van de aandelen die de holding bezit mogen niet meer bedragen dan 50 procent van:
- ofwel het gerevaloriseerd gestort kapitaal,
- ofwel het gestort kapitaal vermeerderd met de belaste reserves en de geboekte herwaarderingsmeerwaarden.
De waarde van de aandelen die de vennootschap in eigendom heeft mogen niet meer dan de helft bedragen van het gestort kapitaal, verhoogd met belaste reserves en geboekte meerwaarden. Dergelijke vennootschappen worden beschouwd als financiële vennootschap.
Uitzondering: als de participatie meer dan 75% bedraagt van het gestorte kapitaal in de dochtervennootschap, dan moet deze investering niet mee opgenomen worden in het berekenen van de beleggingswaarde.
- De vennootschap mag geen belegging- en pensioen vennootschap zijn. Deze zijn onderworpen aan specifieke wetten en hebben dus nooit recht op verminderd tarief.
- (De vennootschap mag geen deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort.)
Voor de exploitatievennootschap
Men zal niet meer kunnen genieten van het verlaagd tarief en dus belast worden aan het normale vennootschapsbelastingtarief. Het is dus van belang om in de exploitatievennootschap de belastbare winsten te beperken. Dit kan gedaan worden door bijvoorbeeld de holding een bestuurdersvergoeding te laten aanrekenen aan de werkvennootschap.
Voor de holding
Hierbij dienen we opnieuw te verwijzen naar de voorwaarden om van het verlaagd tarief te kunnen genieten. Een vennootschap kan dus niet van het verlaagd tarief genieten indien de beleggingswaarde van de aandelen die ze bezit meer dan 50% bedraagt dan het gestort kapitaal vermeerderd met de belastbare reserves (op einde boekjaar).
Hierop bestaat echter 1 uitzondering:
Er wordt bij deze beoordeling geen rekening gehouden als de participatie minstens 75% vertegenwoordigt van het gestorte kapitaal van de dochtervennootschap (artikel 215 WIB ’92).