Fiscale motieven spelen naast andere motieven een grote rol in het bepalen of een managementvennootschap oprichten de beste keuze is.
Het oprichten van een managementvennootschap kan zorgen voor de mogelijkheid om zich te specialiseren, om flexibeler op te treden, de bestuurdersaansprakelijkheid te beperken en de risico’s te spreiden. Maar welke fiscale motieven kunnen belangrijk zijn?
Optimaliseren of verlagen van de belastingdruk.
Een managementvennootschap oprichten zorgt voor flexibiliteit en kan je globale belastingdruk doen dalen tot 30%. De vennootschap wordt immers gezien als een aparte juridische entiteit. Er moet daarvoor dus een afzonderlijke belastingaangifte worden ingediend.
Dit is verschillend ten opzichte van het uitoefenen van een managementfunctie in loondienst. In loondienst is het moeilijker om alle gedane kosten in aftrek te brengen bij de werkgever. Bij een managementvennootschap verloopt dit eenvoudiger en kunnen alle beroepsmatige kosten in de eigen vennootschap worden ingebracht.
Het oprichten van een managementvennootschap heeft ook voordelen tegenover een eenmanszaak. Alle inkomsten worden immers samengeteld en belast in de personenbelasting aan progressieve tarieven. Het gedeelte inkomen dat al aan 50% wordt belast wordt snel bereikt. Daarbovenop ben je ook sociale bijdragen verschuldigd.
Als je beslist om een management vennootschap op te richten, dan heb je zelf de vrijheid om te kiezen welke bezoldiging je aan jezelf uitkeert. Op die bezoldiging betaald je privé belastingen en sociale bijdragen maar het overtollige gedeelte wordt in de vennootschap belast aan lagere tarieven.
Een managementvennootschap stelt je makkelijker in staat om globale optimalisatie toe te passen omdat er meer flexibiliteit is. Zo kan de privé belastingen geoptimaliseerd worden in combinatie met de vennootschapsbelastingen. Het blijft echter wel belangrijk om ook rekening te houden met de werkingskosten die de vennootschap map zich meebrengt.
Opgebouwde reserves uitkeren
In het kader van fiscale optimalisatie worden niet alle inkomsten integraal uitgekeerd als bezoldiging. Dit wil zeggen dat een deel in de vennootschap blijft en later op een voordelige manier kan uitgekeerd worden.
Op welke manier die uitkering gebeurd is afhankelijk van vennootschap tot vennootschap:
- VVPR-bis dividend
- Uitkering liquidatiereserves
- Gewoon dividend
Door te kiezen voor een uitkering in dividenden bespaar je niet alleen op sociale bijdragen, maar kan je ook profiteren van een verlaagd tarief van de roerende voorheffing op deze dividenden. De uitkering van de reserves als dividend is trouwens – naast de uitkering van de bezoldiging – maar één onderdeel in het kader van gelden onttrekken aan de managementvennootschap. Daarnaast zijn nog tal van mogelijkheden die afhankelijk van uw situatie kunnen gebruikt worden om gelden aan te vennootschap te onttrekken. Lees hier meer over alternatieve verloningen.
Voordelen op vlak van sociale zekerheid
Wanneer managementdiensten gefactureerd worden via een managementvennootschap dan zullen deze winsten niet onderworpen zijn aan sociale zekerheidsbijdragen. Wanneer je daarentegen in loondienst als bediende bent aangeworven in de betrokken vennootschap, zullen er ongeveer 32% werkgeversbijdragen en 13,07% werknemersbijdragen verschuldigd zijn op het brutoloon.
De managementvennootschap is wel verplicht zich aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en er is jaarlijks een vennootschapsbijdrage verschuldigd.
Als je je een bezoldiging toekent vanuit de managementvennootschap dan zal je daarop ook sociale bijdragen (maximum 20,5%) moeten betalen. Het voordeel is dat de sociale bijdragen voor zelfstandigen lager zijn dan bij bedienden. Daarnaast zijn de sociale bijdragen voor zelfstandigen ook geplafonneerd in tegenstelling tot bij de bedienden.
Een minimumbezoldiging uit de managementvennootschap halen is wel aan te raden aangezien één van de voorwaarden om te voldoen aan het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting eruit bestaat dat je als zaakvoerder of bestuurder een minimumbezoldiging ontvangt van 45.000 euro per jaar.
Daarnaast is het opportuun om een bezoldiging uit te keren omdat zo de inkomsten gespreid worden over de personenbelasting en vennootschapsbelasting. Hierdoor kan er zowel gebruik gemaakt worden van de laagste schijven in de personenbelasting als het tarief van de vennootschapsbelasting.
Opbouw van pensioen
Via een IPT-verzekering (individuele pensioentoezegging) kan de vennootschap voor jou als bestuurder een bijkomend pensioen opbouwen binnen de tweede pijler. De premie wordt betaald door de vennootschap en is aftrekbaar zolang bepaalde grenzen niet overschreden worden.
Lees hier meer over pensioensopbouw binnen een managementvennootschap
Blijven verdienen tijdens uw pensioen
Wanneer je recht hebt op een pensioenuitkering (rust- of overlevingspensioen) dan mag je maar een beperkt bedrag aan beroepsinkomsten bijverdienen. Zo niet dan verlies je het recht op de pensioenuitkering.
Een managementvennootschap kan hierin een oplossing bieden. Wanneer je slechts een beperkt loon toekent, kan je onder deze grens blijven.
Dividenduitkeringen en huurinkomsten bijvoorbeeld zijn geen beroepsinkomsten en tellen daarom niet mee voor het bepalen van de grens.
Je moet er dan wel rekening mee houden dat de vennootschap misschien niet zal kunnen genieten van het verlaagd tarief omdat er aan de bestuurder een te lage bezoldiging zal worden toegekend. Ook hier is het dus belangrijk om dit op maat uit te rekenen en op voorhand het fiscaal voordeel te bepalen.
Andere motieven
Fiscale motieven zijn slechts een onderdeel binnen het beslissingsproces om al dan niet te kiezen om een managementvennootschap op te richten. Het is weliswaar een belangrijk onderdeel. Bekijk hier andere motieven of redenen om een managementvennootschap op te richten.